Door Renate Schroevers en Jason Halbgewachs
Artikel gepubliceerd op Management Impact (November 2019)
De invloed van grote bedrijven op de maatschappij is niet nieuw. Zeker niet in de Verenigde Staten, het land waar ondernemerschap en politiek zich vermengen via financiële donaties aan presidentskandidaten. Toch bevinden we ons in een nieuw tijdperk wat betreft beïnvloeding door corporaties en de impact die ze hebben op ons dagelijks leven. We hebben het hier specifiek over ‘data-rijke’ bedrijven. Als we ons blikveld naar het publieke domein wenden, rijst de vraag: welke economische en maatschappelijke waarde de overheid kan creëren door het slim toepassen van data?
De invloed van data op… je koop- en eetgedrag!
Data heeft de laatste jaren een steeds grotere economische waarde gekregen. Bedrijven zoals Google en Facebook waarbij aan het begin nog sterk getwijfeld werd of ze ooit winstgevend konden worden, zijn in twintig jaar uitgegroeid tot de machtigste bedrijven ter wereld. Niet alleen invloedrijk omdat zij miljarden omzetten, maar vooral omdat zij gigantische hoeveelheden data bezitten en toepassen.
Door het slim verzamelen en analyseren van data weten zij gedrag te beïnvloeden en zelfs te voorspellen. Zij hebben steeds meer invloed op de maatschappij en het dagelijkse gedrag van mensen. Willen Google en Facebook dat wij een bepaald product kopen, dan zien wij het overal terugkomen. Willen zij het tegenovergestelde, dan verdwijnt het volledig uit ons blikveld. Dit roept uiteraard vragen op over de risico’s hiervan maar ook wat en hoe de overheid data kan inzetten om (positieve) maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen.
Onderuitputting van de maatschappelijke waarde
Overheden proberen dagelijks het gedrag van burgers te beïnvloeden. Zij proberen ons van het roken af te helpen, gezonder te doen eten en ons ten alle tijden goed te informeren. Voor ieder beleidsterrein en (integer functionerende) overheidslaag geldt dat zij het geformuleerde beleid zo goed mogelijk tot uitvoering willen brengen. Hiervoor stelt de overheid middelen zoals geld, kennis en menskracht ter beschikking. Een nog onderbenut productiemiddel van en door publieke organisaties zijn datasets.
Naast de mogelijkheden van de inzet van data voor beleidsuitvoering, kan data een significante rol spelen in beleidsevaluatie- en daarmee vorming: voor het objectief vaststellen hoe effectief en efficiënt het gestelde doel is bereikt, kan data analyse en -verzameling van enorme hulp zijn. Vaak ontbreekt nu een onderbouwde relatie tussen het geld dat wordt uitgegeven en de impact die het heeft op de omgeving. Hierdoor wordt publiek geld en moeite gestoken in beleid waarvan nauwelijks beeld is of het effect heeft, of andersom bestaat de kans dat er geen investeringen worden gedaan in zaken die enorm effect hebben.
Doordat het potentieel van data nog onvoldoende gebruikt wordt, mist de overheid kansen om tijdig bij te sturen. Inzicht in causaliteit tussen de strategie, executie (output), ingezette middelen inclusief prestaties (input) en bereikte maatschappelijke resultaten (outcome) dienen een centralere plaats te krijgen in de beleidscyclus. Publieke bestuurders zullen een verschuiving zien van het afleggen van verantwoording over enkel de ingezette (financiële) middelen naar daadwerkelijk gerealiseerde maatschappelijke resultaten. Daarbij komen ook nieuwe vraagstukken naar voren over het integer gebruik van data, data-analyse en gebruikte technieken zoals algoritmen om het integer handelen en meerwaarde van de overheid aan te tonen.
Een nat pak voorkomen door openbare publieke data
De Googles en Facebooks van deze wereld gebruiken de data die zij verzamelen en verwerken niet enkel voor eigen gebruik. Zij verdienen ook veel geld door het verkopen van hun datasets aan derden.
De overheid beschikt over toenemende hoeveelheden data en heeft een groot aantal data-verzamelpunten. Dit vertegenwoordigt waarde, ook al volgt de overheid niet een commerciële insteek. Waarde van data reikt verder dan commerciële doeleinden. Openbare publieke data kan door anderen gebruikt worden om maatschappelijke en economische waarde te creëren zonder dat de overheid hier enige kosten aan heeft. Buienrader is een treffend voorbeeld van. De overheid verzamelt met honderden sensoren dagelijks informatie over het weer. Door deze datasets (tegen betaling) vrij te geven, hebben derden dit om kunnen zetten in waarde voor de burger en economie.
Betrouwbaarheid als randvoorwaarde
Om data daadwerkelijk in te zetten is het noodzakelijk dat deze daadwerkelijk betrouwbaar is. Veel van de data wordt nog op ‘traditionele’ wijze verzameld en verwerkt: data wordt handmatig in systemen ingevoerd, waarbij er is geen zekerheid dat de data in het systeem volledig juist is. Wellicht zijn er bij het invoeren fouten ingeslopen of worden verschillende definities of termen voor dezelfde waarde gebruikt (denk aan Den Haag en ‘s Gravenhage).
Om de betrouwbaarheid en dus waarde van de data van de overheid te vergroten, is het van belang dat nieuwe manieren van dataverzameling ingezet worden. Sommige overheidsorganisaties experimenteren met innovatieve manieren om hun taken en de bijbehorende dataverzameling efficiënter en betrouwbaarder te maken. De meeste gemeenten zetten scanauto’s in om efficiënt en effectief het betaald parkeerbeleid te handhaven. Als er toch auto’s met camera’s door de stad rijden, waarom kijken deze dan niet naar andere zaken in de openbare ruimte? Zo laat een gemeente de verkeersborden in de stad door de auto’s inventariseren. Daarmee worden kapotte of slecht leesbare verkeersborden direct herkend en geïnventariseerd. De database is daarmee altijd up to date, zonder dat data handmatig opgevoerd moet worden.
Naast dat de overheid nieuwe methoden van dataverzameling in moet gaan zetten, is het van belang dat er bewuster met dataregistratie en -verwerkingomgegaan wordt. Het verzamelen van data als bijzaak is geen optie meer. Het accuraat en tijdig verzamelen en verwerken van data moet een doel op zich zijn.
Betrouwbare data vraagt meer
De betrouwbaarheid van data vergroten vraagt ook om de juiste governance en cultuur binnen organisaties. Het is van belang dat de processen helder en goed ingericht worden, waarin het verzamelen en verwerken een belangrijke en duidelijke rol heeft. Publieke organisaties ontkomen er niet meer aan om haar administratieve organisaties en interne beheersing op orde te hebben en te houden. Dit nadat er met de bezuinigingen in de crisisjaren juist bespaard is op deze functies en rollen.
Maar vooral: er moet een cultuur zijn waarin registratie van data belangrijk geacht wordt en waarin het verwerken van data als waardevol gezien wordt. Alleen als het overal in de organisatie leeft dat de correct verzamelde en verrijkte data een belangrijke activa is, kan de overheid haar tot nu toe willekeurige verzamelwoede omzetten in een grote kracht.
Conclusies
Data neemt een steeds prominentere rol in. De overheid heeft met al haar data enorme waarde in huis. Als dit goed benut wordt, is ‘maatschappelijke winst’ te behalen. Zo kunnen we de taken van de overheid efficiënter en effectiever uitvoeren en kunnen derden maatschappelijke en economische waarde creëren met publieke data. Het wordt tijd dat de overheid datagedreven wordt. Niet alleen om de winst te behalen die hiermee voor het oprapen ligt, maar ook om niet volledig afhankelijk te worden van de grote bedrijven die wel goed met data omgaan.